dinsdag 21 april 2009

Goedendag

Toen ik nog burgemeester was, was het leven zoet. Waar ik mijn kop ook stak, werd ik vriendelijk begroet. En het waren niet alleen de koetjes, de varkentjes en paardjes die naar mij loeiden, knorden of hinnikten.
‘Goeiemorgen, mevrouw de burgemeester, zei onze blozende beenhouwer, ook al stond hij een kalkoen in de morgen te fileren , hoe maakt onze burgemeester het vandaag?’.
Meneer de beenhouwer, vandaag maak ik alles goed, zei ik dan, ook vandaag zal ons dorp weer tevreden glimlachen over mijn regering. Jullie kunnen op twee oortjes slapen terwijl ik waak. De vijand krijgt geen kans. Een broodje met boerenpaté alstublieft.
‘Goeiemorgen mevrouw de burgemeester, een kopje koffie bij uw broodje?’, vroeg Rita in het gemeentehuis. En ze bracht een kopje koffie met een wolkje melk.
‘Goeiemorgen mevrouw de burgemeester, zei onze schepen van dorpsverdediging, wat ziet u er weer goed uit vandaag’.
Ja, zo voel ik me ook, beste schepen van dorpsverdediging. Goed zijn is hier mijn taak. Een burgemeester moet niet alleen goed zijn van hart maar ook in het ondertekenen van documenten. Heeft u weer mooie documentjes voor me meegebracht?
‘Goeiemorgen mevrouw de burgemeester, zei de politiecommissaris, eet smakelijk van uw lekker broodje’.
Dat zal ik doen, beste commissaris van politie. Het is de taak van het broodje om smakelijk te zijn, en het is onze plicht jegens het smakelijke broodje, om het met smaak te kauwen. Wilt u effe bijten?
‘Ja gaarne, mevrouw de burgemeester, ik bijt graag in uw smakelijk broodje’.
‘Goeiemorgen mevrouw de burgemeester, zei de schoonmaakster, mag ik uw ramen komen lappen?’.
Dat mag u zeker, juffrouw de schoonmaakster, waar hebben wij anders ramen voor? Om ze te lappen natuurlijk, ook al zit er geen spatje op. Als u niet kan lappen, heeft u geen werk, en ik weet hoe graag u lapt.
‘Goeiemiddag mevrouw de burgemeester, zegden de lunchende landbouwers in de snackbar naast het kapelletje, geen weer vandaag hé, met al die regen’ .
Dierbare landbouwers, mijn regenbeleid is een gedoogbeleid. Zonder de regen zaten wij hier in Ethiopië, een gebied waar ik niets dan droeve dingen van verneem. Zonder regen geen landbouw, en ik weet hoe graag jullie landbouwen. Zonder landbouwen hebben jullie geen werk.
‘Goedendag mevrouw de burgemeester’, zei meneer pastoor voor het kapelletje naast de snackbar.
Goedendag meneer pastoor.
‘Die belhamels hebben weer jointjes zitten paffen in mijn kapel, kunt u dat niet verhinderen?’.
Hebben ze iets vernield? Zijn er vandaliteiten op uw heiligdom gepleegd?
‘Neen, dat niet mevrouw de burgemeester, ’t zijn brave jongens, maar het ruikt hier weer zo naar…’.
Naar wierook en tranen, meneer pastoor?


7 opmerkingen:

koen zei

goedendag mevrouw de schrijfster. het was weer schitterend......

didiermaurice zei

dag mevrouw georges sand, ge verdient een borstbeeld in het gemeentehuis, dat was cappuccino!

Masjenka zei

het burgemeesterschap lag mij niet. Veel te vroeg uit de veren. Als borstbeeld zie 'k het nog wel zitten ja..

Yves zei

Goedenavond mevrouw de burgemeester. Weer een mooi en lief verhaaltje geschreven vandaag ? Dat kunnen we van Basiel en Herman niet zeggen hé.
Ho ja, is die belhamel die die noveenkaarsen stal uit het kapelletje naast de snackbar reeds ontmaskerd ?

ysabje zei

weer zo poetisch... De laatste zin is geweldig.

Masjenka zei

Dag Yves,
The Scarlet Pimpernel van de kapel wordt nooit ontmaskerd

Dag Ysabje,
Ach, Wierook en tranen, het boek van Ward Ruyslinck dat ik nooit gelezen heb. In een kapel moet ik altijd aan de titel van Ward Ruyslinck denken, zoals op vele ander plaatsen

Anoniem zei

Dus toch gekozen voor de politiek? Goed idee trouwens, die dorpsverdediging. Ik heb hier in de gemeenteraad ook al voorgesteld een muur van 12 meter hoog rond de kerk te bouwen, zodat niemand er nog zou binnengeraken. Maar ze hebben me gewoon uitgelachen.