donderdag 26 maart 2009

De kleren van de keizer

'Waarom maken we niet eens een wandelingetje, zei ik, ver hoeft dat niet te zijn, een beetje buitenlucht doet altijd goed, wandelen is gezond'.
‘Ja ! Santé, santé! ’, zei nonkel Marcel.
Hij wreef door zijn haar, want dat heeft hij nog steeds, een weelderig wuivende helmbos, daar heeft hij een leven lang bij de vrouwtjes zijn extralegale voordelen mee gehaald.
Hij wreef dus door zijn haar, schoof in zijn pantoffels en stapte in pyjama fluks de deur uit.
Je wist niet wat je zag. Een gebroken man, die al meer dan twee jaar depressief op bed in rusthuis Avondzon zat te zuchten, stond zo maar op en wandelde.

‘Wacht, nonkel, wacht! Trek toch iets warms aan! En schoenen! ‘t Is buiten kouder dan je denkt, ‘t heeft geregend!’.
Mijn gsm rinkelde – ik moet dringend iets aan dat belmelodietje doen. Weet je wat? Ik moet die gsm gewoon weggooien. Want hij rinkelde dus en iemand van het werk bestookte me met beuzelarijen die ze gerust zelf konden oplossen als ze hun krediet aan grijze cellen maar gebruikten. Tien keer probeerde ik te zeggen: ‘Karine, ik moet u nu echt laten kind, want nonkel Marcel die al drie jaar depressief op zijn bed naar het plafond ligt te staren is zojuist op zijn pantoffels in pyjama de deur ausgemarchierd’.
Ik liep hem met flinke achterstand na, maar hij was natuurlijk al spoorloos verschwunden.
‘Heeft u Marcel soms gezien?’ vroeg ik op de lange gang aan een lange verzorgster die een volle bedpan hanteerde.
Neen, ze had Marcel niet gezien.
Ik rende naar het gemeenschapslokaal, het cafetaria, naar het restaurant, naar de balie, maar men had er geen Marcel in pyjama zien passeren.
Ik rende de straat op. Waar kon die ouwe naartoe zijn? Naar een café, maar welk café? Bij Jeanneken, naar den Gulzigen Bok, den Bonanza of den Acapulco? Ik zapte door mijn memorie, gokte op Bonanza, en spurtte richting Parklaan, die voorbij de kerk ligt.
De kerkpoort stond op een kier, en antiklerikaal of niet, zo’n kier is wel iets wat bejaarde depressieve nonkels kan lokken. Dus stak ik mijn hijgende kop in de kerk. De verroeste scharnieren van de dikke poort kraakten, op mijn hiel ontwaakte een stekende bloedblein, en voor het altaar zag ik een blote ouwe stakker staan, in Adamskostuum. Een verfrommelde creatie Gods, op zijn pantoffels.

‘Nonkel Marcel!’
Hij draaide zich in vol ornaat naar me toe en lachte even sardonisch als vroeger, toen hij bij het kaartspel zijn laatste troef op tafel smeet.
‘Santé, santé, santé!, riep hij van voor het altaar. Hij wees naar de gigantische Christus boven zijn hoofd die er vestimentair, op een soort pamper na, even minimalistisch bijhing. Santé…Santé…Santé…het weerkaatste langsheen de heiligen met houtworm, in een flits zag ik een alpenweide.
‘Nonkel Marcel! Waar is uw pyjama? We moeten gaan! Tante Rosa zit op ons te wachten!’.
Tante Rosa zit al drie jaar in Avondzon verlamd in haar rolstoel. Embolie. Maar tante Rosa zal nog honderd kaarsjes uitblazen, want blazen kan ze nog.
‘Santé, santé, santé’, was alles wat hij daarop te zeggen had.
En nonkel Marcel en ik, wij wandelden gearmd door de straten, van de kerk terug naar Avondzon. Ik wilde mijn jas over zijn lenden knopen maar hij zei santé santé santé en kieperde hem kordaat in een plas. Hij wenste poedelnaakt te blijven op zijn pantoffels.
De mensen gaapten ons aan, want zo zijn de mensen, maar wij hielden het hoofd omhoog. Nonkel Marcel schreed, alsof hij de keizer van China was. Wat van het lot heel ironisch is, want hij is altijd meester kleermaker geweest. Hij heeft menig grote der aarde in zijn nopjes gespeld, gedriegd en genaaid.

Santé, santé, santé, is alles wat hij sedert die dag nog zegt. En af en toe vraagt hij: doe die deur daar eens toe.
Op droeve toon, weliswaar.

4 opmerkingen:

Ben Hoogeboom zei

Want blazen kan ze nog.
Wat een voortreffelijk verhaal!

koen zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Anoniem zei

hoe schoon! het is een prachtig verhaal. En dat blazen van tante roza is heel lief. Je legt je accenten weer meesterlijk..

Anoniem zei

Zo krijg je terug volk naar de kerk.