donderdag 8 januari 2009

A West Side Story

Op een dag in december vraagt iemand ‘Ga je mee naar New York?’ en ik zeg stomweg ja. Vraag me niet meer waarom, ’t is al twintig jaar geleden. Oh ja, ik weet het weer, het was een hele mooie jongen die het vroeg.
En daar zaten we dan on Broadway Manhattan in een leeg appartementje van een kennis, en we deden alles wat een jongen en een meisje in Manhattan zoal kunnen doen, behalve aan mekaar likken. Dat deden we dan weer veel te weinig.
Verpletterd worden in de subway, omver gelopen op Time Square door vluchtend schorremorrie, indigestie vreten in Chinatown. Vier dollar betalen voor een fletse Corona, scheldtirades van oververhitte cab drivers ondergaan. Voor een Bakery Store naar gifgroene, cyaankaliblauwe en fluogele taarten staan kijken en naar de verkoopster met het karamelsoezenkapsel, een pièce montée op haar hoofd.
Aanschuiven bij het Moma en bij de conceptuelen in je broek doen omdat je het toilet niet vindt. Dames in bontjas zien paraderen on Fifth Avenue en lijmsnuivende hobo's zien bedelen daar vlak om de hoek. Raquel Welsh op het voetpad kruisen en vaststellen dat ze zelfs op haar haklaarsjes toch wel een zeer klein dametje is. Een musical zien, hard applaudisseren en toch denken: is that all there is?
’s Nachts Vodka bij de Viëtnamees gaan halen want alles blijft open on Broadway en je slaapt toch niet. Overal sirenes die loeien en loeien, a city that never sleeps, en jij ook niet dus.
Een ganse nacht met twee onbetaalbare wijntjes passeren in een jazzclub in Greenwich waar de black waitress veel mooier zingt dan de witte vedette. Toekijken hoe een Japanner in een Lacoste mohairtje de pianist omkoopt. Aanhoren hoe vals hij My Way zingt.
Op een coctail party uitgenodigd worden, chips vreten die je in een marshmallow dip moet doppen, champaign drinken, glimlachen en denken: is that all there is? Maar eerst uren verloren rijden met de taxi om het adres te vinden want de straten van de West Side hebben maar weinig namen. Een brede weg noemen ze daar Broadway, een weg die naast het park loopt is een Park Avenue, maar verder hebben straten er nummers en die nummers moet je duidelijk opschrijven voor in het donker.
En dan zet men je na zo’n party weer bij je building af, je haalt de sleutelbos al uit je jaszak want er zitten maar liefst vijf sloten op die stalen deur van het appartement, dat wordt nog even sleutelen.
Er ligt een dikke zwarte dame in de lift met een selder op haar buik en een bosje prei tussen haar benen. De lift ruikt zwaar naar de drank.
‘Are you all right mam?’, vraag je.
‘I guess I am, reutelt ze, I just keep having this feeling of going up and down’.
Dat is dan de eerste keer in New York dat je moet lachen.

’s Anderendaags, die jongen ziet er al veel minder mooi uit en ik ben een zombie, zegt hij: ‘Laten we vandaag eens naar het vrijheidsstandbeeld varen en eerst even bij het WTC stoppen om naar de bovenste verdieping te gaan’.
‘Vaar jij maar rustig alleen Popeye, zeg ik, ik hoef dat vrijheidsstandbeeld niet te zien en dat hele WTC kan me gestolen worden’.
‘Wat wil jij dan doen?’, vraagt hij met iets dat op verwijt lijkt in zijn ogen.
‘Rusten, zeg ik, een dagje alleen zijn’.
En ook dàt begrijpt hij dan niet.

6 opmerkingen:

didiermaurice zei

...fantastic, Masjenka, love it.

koen zei

New York's such a wonderful city. Although I was at the library today. The guys are very rude. I said, "I'd like a card." He says, "You have to prove you're a citizen of New York." So I stabbed him


Heel mooi verhaal M.!!!!

Yves zei

Your story is a juicy big apple !

Anoniem zei

Mannen, ze begrijpen niks. In Manhattan niet, in Erpe-Mere niet, nergens. Het is Godgeklaagd.

In de ruimte zei

Mooi verhaal.

Masjenka zei

Blij dat ik toch al vijf mensen blij heb gemaakt. Zelfs één uit Erpe-Mere en één uit Bambrugge!