maandag 25 januari 2010

Iedere morgen in Monaco

Ik ben vijfentwintig en het regent al weken. Ik heb al dagen niets van hem gehoord, maar zelfs al zou ik hem horen, zelfs al zou ik hem zien, ik zal op dezelfde nachtmerrie rijden.
Ik ga de trap af, de deur uit, buiten is het nog donker. Ik stap in een portie friet die al eens de binnenkant van een maag heeft gezien.
De stad stinkt, de lucht ruikt naar vijand. Een vuilkar blokkeert de straat, er wordt getoeterd, geroepen, en iemand geeft iemand een muilpeer. Mannen gaan elkaar te lijf, ik hoor overspannen gebrul, ik zie bloed, ik hoor kreten, iemand sterft. Ik kom weer eens te laat op mijn werk.

‘Wanneer ga je nu eindelijk eens iets doen, Masja?’, vraagt mijn Hollandse baas bij de reutelende percolator. Ray Helsbergen. Kalfslederen broek glimt om zijn getrainde billen. Zijn tanden zijn witte toetsen, zijn kuif wiegt met zijn solarium gebronsd voorhoofd mee.
Ik zeg dat ik heel veel doe, dat ik alles doe wat van mij wordt gevraagd, meer werken dan loon.
‘Is dat zo meisje?’.
‘Kijkt u de dossiers maar na, zeg ik, vraag maar na bij de klanten’.
Hij roert wat met zijn lepeltje.
‘Waarom ga je ‘s middags met ons dan niet mee uit eten? Of dacht je dat er tijdens de lunch niet wordt gewerkt? Waar dacht je dat wij onze belangrijkste deals sluiten?’.
‘Van lunchen staat er niets in mijn contract en in Le Dragon d’or kan ik zelfs geen soepje betalen. Ik eet mijn boterhammetjes op in het park, bij slecht weer in mijn Lada’.
Dat durf ik dan toch zeggen, ik ben maar vijfentwintig en ik denk: ‘Omdat jullie zo’n verwaand zootje zijn dat zwelgt in eigenwaan, dat zeurt over de vorm van een rijstkorrel, over een splintertje kurk in de wijn. Dat mij er alleen maar bijwil als tafelgarnituur. Omdat iedere minuut zonder jullie een verademing is, iedere seconde buiten dit kantoor zonder ramen, dit leven zonder zicht op leven, jullie halleluja reclamegedoe, jullie niets, jullie totale niets, verkopers van vergiftigde wind’.

Ik ben negenenveertig en het regent al weken.
Ik heb al dagen niets van hem gehoord.
Ik merk op Google dat Ray Helsbergen nog leeft, op meerdere yachten tegelijk ergens tegen Monaco.
Ik gun het hem wel, ik gun het iedereen.
Maar in ’t diepst van mijn gedachten krijgt Ray een muilpeer op zijn yacht. Iedere morgen in Monaco. Behalve in het weekend.